zondag 1 oktober 2017


Verwerkingsopdracht 19: Monoloog verhaalfiguur.   Titel: Klem  Schrijver: Mel Wallis de Vries
 

Titel: Klem
Schrijver: Mel Wallis de Vries
Uitgever: De Fontein, Utrecht
Eerste druk: 2014

Doelgroep boek
Het boek past bij de leesfase 15+ zoals door Van Coillie (2007) beschreven.
Het boek is spannend en vlot geschreven. Het gaat over jongeren die in de vijfde klas van het atheneum zitten, ze zijn dus ongeveer 17 jaar oud. Het verhaal speelt zich af in het heden, dit blijkt onder andere uit het gebruik van mobiele telefoons door de personages en het feit dat de personages spreken zoals veel jongeren in deze tijd ook spreken: “Ik zie geen reet” (Wallis de Vries, p. 7), “Kijk niet zo schijterig” (Wallis de Vries, p. 20). Er worden ook veel scheldwoorden gebruikt. Mevrouw Aarsman verbaast zich daarover: “vieze eikel, homo, tyfus, klootzak. Het lijkt wel of hierbinnen geen regels meer gelden. In mijn klas zou ik dit nooit toelaten” (Wallis de vries, p. 45). De thema’s in het boek zijn, school, vriendschap en misdaad.  In het verhaal heeft een leraar een relatie met een leerling (Kiki) en later vermoord de leraar Kiki. Lezers worden op deze wijze geconfronteerd met de grenzen van het menselijk bestaan.
In dit boek wordt beschreven hoe leeftijdsgenoten omgaan met lastige situaties en gevoelens. 

Beoordeling boek
Het is een spannend en meeslepend boek. Vanaf de eerste bladzijde voel je de onderhuidse spanningen tussen de personages. Het boek is opgebouwd uit de belevenissen vanuit veertien personages gezien. Soms vertelt een persoon een halve pagina en soms drie pagina’s. Dit maakte het lezen van het verhaal wel complex en ik kan mij voorstellen dat er lezers zijn die dat absoluut niet prettig vinden lezen.
De personages vertellen vanuit een ik-perspectief, zodat je de situatie vanuit veel verschillende invalshoeken meemaakt. Het verhaal gaat daardoor op een andere manier leven dan wanneer er één verteller is.
De opbouw van het verhaal zorgt ervoor dat je als lezer constant op je hoede moet zijn, wanneer je denkt het plot door te hebben is er weer een onverwachte wending. Dit echt iets typisch voor de boeken van Mel Wallis de Vries, je proberen op het verkeerde been te zetten. Hierin heeft het boek aan mijn verwachtingen voldaan, een spannend, onverwachts verhaal met mooie plotwendingen.

Beoordeling verwerkingsopdracht 19: Monoloog verhaalfiguur
Bruikbaarheid in het onderwijs

Het schrijven van een monoloog vanuit het perspectief van Juno past bij dit boek. Je laat ermee zien dat je het personage begrijpt, dat je je kunt inleven in die persoon. Daarom heb ik gekozen voor deze opdracht. Mel Wallis de Vries maakt veel gebruik van dialogen in het verhaal. Het schrijven van de monoloog zorgt ervoor dat je je helemaal op een persoon richt in het verhaal. Ook krijg je op deze manier een duidelijker beeld van het karakter van het personage.
Ik vind deze opdracht daarom erg waardevol. Leerlingen leren de situatie en het denken en handelen van de personages in het verhaal te herkennen en te beschrijven.
Leerlingen zullen tijdens het lezen al aantekeningen moeten maken om de monoloog op een later moment te kunnen schrijven. Dit is een onderdeel van kerndoel 7 (schrijfvaardigheid) relevante informatie verzamelen en verwerken ten behoeve van het schrijven. Naast het belang van lezen, werken leerlingen dan ook aan een onderdeel van schrijfvaardigheid.
De opdracht is daarom zeker bruikbaar in het onderwijs.



Bronnenlijst
-Coillie, J. van. (2007). Leesbeesten en boekenfeesten; Hoe werken (met) kinder en jeugdboeken.
 
Leidschendam: Uitgeverij Biblion.

-Wallis de Vries, M. (2014). Klem. Utrecht: De Fontein.   








Geen opmerkingen:

Een reactie posten