Multiple Noise
"Tussen een gedicht een een tekening is eigenlijk niet zoveel verschil. Je begint met een leeg vel papier en daarop moet iets gaan ontstaan. Je tekent met lijnen woorden, of je schrijft met lijnen een tekening. Tijdens het zoeken naar de uiteindelijke vorm treedt echter een verschil op: een gedicht dat nog niet klaar is, is geen gedicht; maar een schets, studie, krabbel of kladje is al wel een tekening. Bij gedichten die over zoeken gaan, over ontwikkeling en verandering, zoals in Multiple Noise, horen natuurlijk óók tekeningen waarin gezocht wordt", zo start de binnenflap van deze bundel. Een bundel als een poëzie-schetsboek. Het bevat dan ook veel tekeningen, schetsen en krabbels, die soms pagina's achter elkaar staan. Ze vormen dan een overgang naar een volgend 'hoofdstuk'; daarvan zijn er in totaal zes. Het laatste geeft een verklarende inhoud van waarom de tekeningen eruit zien zoals ze eruit zien. De gedichten gaan over dieren, (t)huis en liefde.
Het oog wil ook wat
Van Lieshout illustreert zijn boeken en prentenboeken zelf. Zo ook zijn
gedichten. Ted gaat daarin het experiment aan. Van Lieshout vraagt zich af:
"Waarom kan er geen boek zijn waarin de tekeningen niet de slaafjes zijn
van de gedichten? Waarom kunnen er geen twee hoofdrollen in één boek?"
(Van Lieshout, p. binnenflaptekst). Een goede vraag wat mij betreft.
Tekeningen kunnen een extra dimensie toevoegen aan de tekst waardoor de lezer
volop kan genieten van het beeld en het geheel. Tekst en beeld zijn twee
verschillende tekensystemen die in een prentenboek invloed op elkaar
uitoefenen. Wat mij betreft kunnen tekeningen en tekst allebei een hoofdrol
spelen. Dat is de boekopvatting van Van Lieshout die ik ook zo apprecieer en
die ook zo eigen aan hem is. Van Lieshout verzet zich tegen het heersende idee
dat illustraties vooral als functie hebben om het woord te ondersteunen. Op de
flaptekst stelt hij zichzelf de vraag: "Waarom moet ik altijd plaatjes
maken bij praatjes?". Dit experiment vind ik echter in deze bundel minder
geslaagd. Zonder een oordeel te willen geven over de kwaliteit van de
illustraties, want daar gaat het mij niet om. Je kunt bijna zeggen dat tekst en
beeld met elkaar in conflict zijn. De illustraties zijn zelfs contradictoir te
noemen. De onbepaaldheid van tekst en beeld in relatie tot elkaar is zo groot,
dat het de lezer niet helpt of 'dwingt' om tot het maken van betekenis te komen
of de betekenis te onderzoeken die ze samen hebben. Meestal vinden hoofdrollen
elkaar ergens; dat is wat mij betreft hier niet het geval. In deze bundel
verschillen ze radicaal van elkaar. Als lezer krijg je nauwelijks aanwijzingen
om het beeld te interpreteren en omgekeerd. Tekst en beeld gaan geen gesprek
aan en er is geen sprake van een totaal project zoals dat bijvoorbeeld in zijn
met kunstafbeeldingen doorspekte andere uitgaven. Daarin brengen tekst en
illustraties een betekenis over die ze ieder afzonderlijk niet kunnen
overbrengen (contrapunctisch). Waarmee zijn werk meerlagig wordt en de lezer
prikkelt om achter het ogenschijnlijke te kijken. Hetzelfde geldt in de kunsten
bij beeldbeschouwing, waarbij de iconografie van het werk betekenis toevoegt al
naargelang je beeldelementen en de context beter 'leert lezen'. In deze bundel
kan de lezer naar mijn idee hierdoor alleen afgaan op de tekst bij het geven
van betekenis. Hoe symbolisch is het dan dat de bundel begint met een
verwijzing naar het Scheppingsverhaal 'In den beginne was het Woord [...]'
(Johannes 1).'Niemand weet wat het betekent, maar het heet alvast' (Van
Lieshout, p. 'openingsgedicht').
Kriskras
In de positionering van zijn illustraties is deze bundel vernieuwend. De
illustraties staan overal, kriskras over de pagina, langs en in de kantlijn en
gaan met evenveel gemak dwars over een dubbele pagina heen. Krabbels uit zijn
academietijd, modelstudies, mannenlijven in beweging, karaktertekens, letters,
knipsels. De illustraties zijn van allerlei stijlen, er is geen stijleenheid en
Van Lieshout hanteert daarbij allerlei technieken. Welke, dat lees je dus
uitgebreid achterin het boek. Gezien het voorgaande ligt een tekenopdracht voor
de hand. Bijvoorbeeld: doe recht aan de opvattingen van de illustrator-auteur
en kom de lezer tegemoet door de illustraties in plaats van contradictoir
contrapunctisch van aard te laten zijn.
Ook de gedichten staan niet keurig per pagina geordend. Ze staan op een
enkele pagina of over dubbele pagina's of zelfs verschuivend naast andere over
de bladspiegel, waardoor je als lezer goed moet kijken waar het gedicht verder
gaat. Er zit ook geen vaste metriek of ritme in de gedichten; ze rijmen ook
niet. Ze lijken meer op kleine verhaaltjes of (innerlijke) monologen. Waarin
sfeerbeelden en klanken elkaar ontmoeten, opsommingen en vragen elkaar vinden
in regels die overlopen. In zijn gedichten gebruikt Ted van Lieshout heel
eenvoudige woorden en eenvoudige zinnen. Desondanks zijn zijn gedichten niet
makkelijk te begrijpen. Niet voor jeugdigen en ook niet voor volwassenen.
Heb me lief
De gedichten van Multiple Noise gaan net als de tekeningen over zoeken,
over ontwikkeling en verandering, legt hij op de flaptekst nog even uit (Van
Lieshout, p. binnenflaptekst). De personages zijn vooral op zoek naar liefde,
vriendschap en een eigen plek op de wereld. Een 'verlangen naar' dat
tegelijkertijd op de voet wordt gevolgd door 'een angst voor'. Een gevoel van
alleen-zijn ademend, een zoeken naar geborgenheid. Gevoelens en onzekerheden
waarmee ieder mens worstelt en pubers en jong volwassenen in het bijzonder. Een
zoektocht die ook zeker niet zonder pijn is. De gedichten sámen vertellen ook
dit verhaal, bijvoorbeeld via verschillende gedichten over (t)huis. Door
een sleutelgat kijken met zicht op vogels en luchten, legt de schrijver nadruk
op het koesteren van een veilig thuis. "O ja, en dan nog dit: teken nóóit
je eigen huis met potlood, want overal lopen gummen los' (Van Lieshout, p.
'Tekening'). Die humor heeft ook het gedicht over vogels 'Vogels zijn geniaal:
ze kunnen zomaar wegvliegen als ze vallen en weten de weg 'in al die lucht
zonder wijzers, zonder borden' (Van Lieshout, p. 'Luchten').
Roze oortjes en de ware
Intrigerend: het hoofdstuk dat heet 'Geheime gedichten'. Welk onderwerp
pakt Van Lieshout hier bij de hoorns? Over masturberen wordt onderling
waarschijnlijk niet veel gepraat. En dus doet Van Lieshout dat wel. 'In mij is
het langzaam gaan branden, het heeft geen zin om het nog langer te ontkennen.
Ik blus de ergste vlammen door te wrijven zachtjes uit' (Van Lieshout, p.
'Brand'). Of het gedicht over de trots over de eerste natte droom (Van
Lieshout, p. 'Nacht'). Gedichten die ook ontegenzeglijk fragiel zijn. Over het
woordje 'liefde': 'Het is de angst om te verliezen, om te worden
verloren, verkeerd weggelegd, zoekgeraakt'. Of de laatste regel van het gedicht
'Mis mij': 'Laat mij niet los. Ga weg. Blijf desondanks. Mis mij. Mis mij.' En
de hartenkreet in het voorlaatste gedicht 'De ware', waarvan de laatste regel
luidt: 'Vind mij. Ik roep het: ik ben hier!'.
Literair
De bundel is niet-traditioneel. Niet in zijn vormgeving en ook niet in zijn
teksten en inhoud. In de gedichten komen verschillende tegenstellingen voor, ze
zijn daarmee meerdimensionaal. De lezers kunnen verschillende wensgedachten van
de schrijver destilleren en gedichten verschillend interpreteren. Er wordt
gerefereerd aan verhalen uit de Bijbel en aan sprookjes. Door de
gedichten heen ontwikkelt zich een plot. Vind je eigen ik door in jezelf
te geloven. Het is zeker geen makkelijke bundel, maar vanuit zijn problematiek
geschikt voor jongeren, zeker op het grensvlak naar de bovenbouw.
Doorbijtertjes
Ik denk wel dat het doorgronden tijd vraagt, opdat de lezers hun eigen
gevoel bij een gedicht leren formuleren en dat het van belang is om ze daarin
te helpen en erop door te vragen. Wat vind je de mooiste zin en waarom?
Schrijf woorden op die weergeven wat het gedicht bij je oproept. Waarom is de
schrijver onder de indruk van de vogel? Welke kenmerken geeft de schrijver aan
de Merel? Waarom geeft de schrijver het gedicht de titel 'Zijn'? Aan welk
sprookje doet dit gedicht je denken en wat is de reden dat de schrijver je
hieraan laat denken?
Als je 'gedwongen' wordt om je eigen beleving te formuleren kom je een stuk verder dan: 'ik vind er weinig aan'. Onderdeel daarvan is dat de lezer scherp leert kijken naar ogenschijnlijk eenvoudige gedichten. De verwerkingsvorm kan dat proces op gang brengen.
Als je 'gedwongen' wordt om je eigen beleving te formuleren kom je een stuk verder dan: 'ik vind er weinig aan'. Onderdeel daarvan is dat de lezer scherp leert kijken naar ogenschijnlijk eenvoudige gedichten. De verwerkingsvorm kan dat proces op gang brengen.
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEiW9LVvTlEju2IaAPnNEXkIr3oZn76IOOsUgKbl-puJmLDXEOnDbDqBzEhOAvyNMJCQGNZDwzyR0PTJEeSseDAZV6jtIQsbcKUlt9W0ZOg_pa4WkVARAhQc8tIS56RI-6ZYQcIj22JPCEk/s200/Kahoot+a.jpg)
[De quiz start door in het venster van je mobiel de code in te voeren die Kahoot geeft om te starten]
Ik heb gemerkt dat de leerlingen het leuk vinden om een Kahoot te maken. Tot nu toe heb ik die met name ingezet als toetsvorm. Leerlingen kunnen een Kahoot invullen op hun eigen mobiel (een eigen account aanmaken is eenvoudig) door de code die Kahoot geeft op hun mobiel in te voeren. Ze kunnen vervolgens daarbij ook eventueel tegen elkaar spelen voor punten. Wanneer je daarvoor kiest, kun je deze optie als beheerder toevoegen onder de instelling van de betreffende Kahoot. De leerlingen werken met permissie met een medium dat zowat aan hun hand zit gekleefd. Voor de docent is het een middel om de aandacht te richten en leerlingen meer betrokken te krijgen bij de inhoud. Per vraag kan de bedenktijd variëren. Wat ook prettig is dat je (makkelijk) een afbeelding of videofilmpje kunt integreren per vraagstelling.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten