woensdag 11 oktober 2017

Recensie: Een weeffout in onze sterren - John Green


Recensie: Een weeffout in onze sterren – John Green

Natasja Plug

Titel: Een weeffout in onze sterren (oorspr. Titel: The fault in our stars)

Auteur: John Green

Jaar van uitgave: 2014

Uitgeverij: Lemniscaat

Plaats van uitgave: Rotterdam

Hazel Lancaster heeft schildklierkanker. Drie jaar geleden, op haar dertiende, werd ze opgegeven, maar een doortastende arts slaagde erin om haar er bovenop te krijgen. Sindsdien wordt Hazel’s leven verlengd met behulp van een experimenteel medicijn. Haar longen werken niet optimaal, zodat Hazel snel moe is en niet het leven kan leiden, dat voor de meeste tieners is weggelegd. Haar leven lijkt eigenlijk op een tikkende tijdbom.

Hazel’s ouders willen graag dat ze vrienden maakt en halen haar over om naar een praatgroep te gaan voor jongeren met kanker. Hazel gaat er met tegenzin naar toe, totdat ze tijdens één van de sessies een nieuwe jongen, Augustus Waters, ontmoet. Augustus heeft botkanker gehad, waardoor één van zijn benen is geamputeerd. Het klikt gelijk tussen Hazel en Augustus, maar Hazel is erg voorzichtig. Ze wil geen (tijd)bom zijn die op een gegeven moment ontploft en onherstelbare schade aanricht bij degenen die dicht bij haar staan. Langzamerhand weet Augustus haar toch voor zich te winnen.

Hazel vertrouwt Augustus toe dat er een boek is dat ze eindeloos heeft herlezen. Dit boek, genaamd “Een vorstelijke beproeving”, eindigt heel abrupt in het midden van een zin. Hazel heeft eigenlijk altijd willen weten wat er verder met de hoofdpersonen gebeurt. Augustus probeert, nadat hij het boek zelf heeft gelezen, contact te leggen met de in Amsterdam woonachtige Nederlandse auteur, Peter van Houten. Dit lukt via de assistente van de auteur, Lidewij Vliegenthart, maar hij krijgt geen antwoord op de vraag over het open einde.

Via een stichting die wensen laat uitkomen voor kinderen met kanker lukt het Augustus om voor hem en Hazel een reis naar Amsterdam te boeken, om Peter van Houten in levende lijve te ontmoeten. Deze ontmoeting levert echter niets op en Peter laat Hazel en Augustus ontgoocheld achter. Lidewij Vliegenthart laat hun echter niet zitten en neemt ze mee naar het Anne Frank-huis, waar Hazel en Augustus zich afvragen wat het betekent om herinnerd of vergeten worden na je dood.

Augustus laat Hazel in Amsterdam weten dat zijn kanker is teruggekeerd. Hazel ziet hem in de weken die volgen thuis langzamerhand achteruitgaan, totdat hij overlijdt. Ze vraagt zich af wat haar ouders zullen doen als zij ooit komt te overlijden. Ze komt dan tot de ontdekking dat zij, net als Augustus, geen bom is die zoveel mogelijk op afstand moet worden gehouden.

Realistisch

John Green schetst met zijn verhaal een realistisch beeld van het leven van tieners met kanker. Het verhaal wordt in de ik-vorm verteld door Hazel. Hoewel de vertellende Hazel erg welbespraakt is voor een zestienjarige, weet Green, door een vleug sarcasme toe te voegen, toch een toon te treffen, die jongeren in deze leeftijdsgroep typeert. Zo geeft Hazel in het eerste hoofdstuk al duidelijk haar mening over de praatgroep voor kinderen met kanker (waar haar ouders haar graag naar toe zien gaan om vrienden te maken). De dialogen zijn levensecht en worden naadloos vervlochten met Hazel’s “vertelstem”. Het ziet er wel naar uit dat Hazel zich schriftelijk wat beter kan uitdrukken dan de gemiddelde zestienjarige (zo weet ze een aardige advertentie te plaatsen om een schommel, waaraan veel herinneringen kleven, te verkopen). Hazel en mede-kankeroverlevers Augustus en Isaac krijgen in dit boek op hun jonge leeftijd te maken met thema’s die voor volwassenen al moeilijk te behappen zijn: de zin van leven en dood, machteloosheid, onzekerheid en fysiek lijden (alle drie moeten ze leven met een fysieke beperking: Hazel’s longen lopen steeds vol met vocht, waardoor ze niet zonder zuurstoftank kan, Augustus heeft één been waar hij zich ongemakkelijk over blijkt te voelen als Hazel hem naakt ziet en Isaac wordt blind, waarna zijn vriendinnetje hem verlaat). John Green laat in beeldend taalgebruik de lezer niet alleen ervaren wat deze heftige zaken met de hoofdpersonen doen en hoe hun lot hen bindt, maar we zien door de ogen van Hazel ook hoe alle ouders hiermee omgaan en hoe zij in al hun machteloosheid hun best doen om het hun kind zo gerieflijk mogelijk te maken en het tegelijkertijd een zo normaal mogelijke jeugd te bezorgen. Hazel is namelijk ook een gewone tiener, die zich onzeker voelt over haar uiterlijk, soms een beetje tegendraads is, probeert om zich zo min mogelijk druk te maken over de haar eigen fysieke beperkingen en benodigdheden (haar moeder ontfermt zich hierover), graag naar “America’s Next Top Model” kijkt, het leuk vindt om met Augustus en Isaac te gamen en, voor zover haar longen dat toelaten, naar school moet.

De beschrijvingen van Amsterdam (waar Hazel en Augustus een bezoek brengen aan Peter van Houten) zijn accuraat en sfeervol, wat het waarschijnlijk maakt dat John Green ter plekke onderzoek heeft gedaan om een levensecht beeld te kunnen schetsen. Green weet ook geloofwaardig neer te zetten wat een ziekte als kanker teweeg kan brengen in het lichaam en hoe dit door de hoofdpersonen wordt ervaren. De beschrijvingen van het continue zuurstofgebrek van Hazel en de schrijnende aftakeling van het lichaam van Augustus zijn hier goede voorbeelden van.

Voor en over jongeren

Het ziet ernaar uit dat de auteur met dit boek heeft willen laten ervaren wat het is om als jongere kanker te hebben en hoe dit allerlei vragen en emoties oproept. Hij is erin geslaagd om de jongeren een duidelijke stem te geven en om ze niet slechts als patiënt, maar als mens neer te zetten. Hoofdspersoon Hazel geeft aan dat ze in haar leven heel wat heeft moeten verduren aan injecties, chemo, en operaties en dat ze eigenlijk kunstmatig in leven wordt gehouden. Toch realiseert ze zich ook dat ze uiteindelijk baas is over haar eigen lichaam en dat ze zelf bepaalt waarvoor ze leeft. Ze maakt hierin een ontwikkeling door. Het boek valt daarmee onder de adolescentenromans.

Leerzaam

Het boek zet lezers aan het denken over gezondheid en ziekte, machteloosheid en autonomie, over zingeving en kwaliteit van leven. Het zal gezonde jongeren doen nadenken over de ogenschijnlijke vanzelfsprekendheden in hun leven en hun relaties met anderen. Het laat zien dat er meer achter mensen schuilt dan je denkt te weten.

Literatuur:

Van Coillie, J. (2007). Leesbeesten en boekenfeesten. Hoe werken (met) kinder- en jeugdboeken? Biblion, Leidschendam.

Green, J. (2014). Een weeffout in onze sterren (12e druk).  Lemniscaat, Rotterdam.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten