Recensie: Een weeffout in onze sterren –
John Green
Natasja Plug
Titel: Een weeffout in onze sterren (oorspr. Titel: The fault in our stars)
Auteur: John Green
Jaar van uitgave: 2014
Uitgeverij: Lemniscaat
Plaats van uitgave: Rotterdam
Hazel Lancaster heeft schildklierkanker. Drie jaar geleden, op haar dertiende, werd ze opgegeven, maar een doortastende arts slaagde erin om haar er bovenop te krijgen. Sindsdien wordt Hazel’s leven verlengd met behulp van een experimenteel medicijn. Haar longen werken niet optimaal, zodat Hazel snel moe is en niet het leven kan leiden, dat voor de meeste tieners is weggelegd. Haar leven lijkt eigenlijk op een tikkende tijdbom.
Hazel’s ouders
willen graag dat ze vrienden maakt en halen haar over om naar een praatgroep te
gaan voor jongeren met kanker. Hazel gaat er met tegenzin naar toe, totdat ze
tijdens één van de sessies een nieuwe jongen, Augustus Waters, ontmoet.
Augustus heeft botkanker gehad, waardoor één van zijn benen is geamputeerd. Het
klikt gelijk tussen Hazel en Augustus, maar Hazel is erg voorzichtig. Ze wil
geen (tijd)bom zijn die op een gegeven moment ontploft en onherstelbare schade
aanricht bij degenen die dicht bij haar staan. Langzamerhand weet Augustus haar
toch voor zich te winnen.
Hazel vertrouwt
Augustus toe dat er een boek is dat ze eindeloos heeft herlezen. Dit boek,
genaamd “Een vorstelijke beproeving”, eindigt heel abrupt in het midden van een
zin. Hazel heeft eigenlijk altijd willen weten wat er verder met de
hoofdpersonen gebeurt. Augustus probeert, nadat hij het boek zelf heeft
gelezen, contact te leggen met de in Amsterdam woonachtige Nederlandse auteur,
Peter van Houten. Dit lukt via de assistente van de auteur, Lidewij
Vliegenthart, maar hij krijgt geen antwoord op de vraag over het open einde.
Via een
stichting die wensen laat uitkomen voor kinderen met kanker lukt het Augustus
om voor hem en Hazel een reis naar Amsterdam te boeken, om Peter van Houten in
levende lijve te ontmoeten. Deze ontmoeting levert echter niets op en Peter laat
Hazel en Augustus ontgoocheld achter. Lidewij Vliegenthart laat hun echter niet
zitten en neemt ze mee naar het Anne Frank-huis, waar Hazel en Augustus zich
afvragen wat het betekent om herinnerd of vergeten worden na je dood.
Augustus laat
Hazel in Amsterdam weten dat zijn kanker is teruggekeerd. Hazel ziet hem in de
weken die volgen thuis langzamerhand achteruitgaan, totdat hij overlijdt. Ze
vraagt zich af wat haar ouders zullen doen als zij ooit komt te overlijden. Ze komt
dan tot de ontdekking dat zij, net als Augustus, geen bom is die zoveel
mogelijk op afstand moet worden gehouden.
Realistisch
John Green
schetst met zijn verhaal een realistisch beeld van het leven van tieners met
kanker. Het verhaal wordt in de ik-vorm verteld door Hazel. Hoewel de
vertellende Hazel erg welbespraakt is voor een zestienjarige, weet Green, door
een vleug sarcasme toe te voegen, toch een toon te treffen, die jongeren in
deze leeftijdsgroep typeert. Zo geeft Hazel in het eerste hoofdstuk al
duidelijk haar mening over de praatgroep voor kinderen met kanker (waar haar
ouders haar graag naar toe zien gaan om vrienden te maken). De dialogen zijn levensecht
en worden naadloos vervlochten met Hazel’s “vertelstem”. Het ziet er wel naar
uit dat Hazel zich schriftelijk wat beter kan uitdrukken dan de gemiddelde
zestienjarige (zo weet ze een aardige advertentie te plaatsen om een schommel,
waaraan veel herinneringen kleven, te verkopen). Hazel en mede-kankeroverlevers
Augustus en Isaac krijgen in dit boek op hun jonge leeftijd te maken met
thema’s die voor volwassenen al moeilijk te behappen zijn: de zin van leven en
dood, machteloosheid, onzekerheid en fysiek lijden (alle drie moeten ze leven
met een fysieke beperking: Hazel’s longen lopen steeds vol met vocht, waardoor
ze niet zonder zuurstoftank kan, Augustus heeft één been waar hij zich
ongemakkelijk over blijkt te voelen als Hazel hem naakt ziet en Isaac wordt
blind, waarna zijn vriendinnetje hem verlaat). John Green laat in beeldend
taalgebruik de lezer niet alleen ervaren wat deze heftige zaken met de
hoofdpersonen doen en hoe hun lot hen bindt, maar we zien door de ogen van
Hazel ook hoe alle ouders hiermee omgaan en hoe zij in al hun machteloosheid
hun best doen om het hun kind zo gerieflijk mogelijk te maken en het
tegelijkertijd een zo normaal mogelijke jeugd te bezorgen. Hazel is namelijk
ook een gewone tiener, die zich onzeker voelt over haar uiterlijk, soms een
beetje tegendraads is, probeert om zich zo min mogelijk druk te maken over de
haar eigen fysieke beperkingen en benodigdheden (haar moeder ontfermt zich
hierover), graag naar “America’s Next Top Model” kijkt, het leuk vindt om met
Augustus en Isaac te gamen en, voor zover haar longen dat toelaten, naar school
moet.
De
beschrijvingen van Amsterdam (waar Hazel en Augustus een bezoek brengen aan
Peter van Houten) zijn accuraat en sfeervol, wat het waarschijnlijk maakt dat
John Green ter plekke onderzoek heeft gedaan om een levensecht beeld te kunnen
schetsen. Green weet ook geloofwaardig neer te zetten wat een ziekte als kanker
teweeg kan brengen in het lichaam en hoe dit door de hoofdpersonen wordt
ervaren. De beschrijvingen van het continue zuurstofgebrek van Hazel en de schrijnende
aftakeling van het lichaam van Augustus zijn hier goede voorbeelden van.
Voor en over jongeren
Het ziet ernaar
uit dat de auteur met dit boek heeft willen laten ervaren wat het is om als
jongere kanker te hebben en hoe dit allerlei vragen en emoties oproept. Hij is
erin geslaagd om de jongeren een duidelijke stem te geven en om ze niet slechts
als patiënt, maar als mens neer te zetten. Hoofdspersoon Hazel geeft aan dat ze
in haar leven heel wat heeft moeten verduren aan injecties, chemo, en operaties
en dat ze eigenlijk kunstmatig in leven wordt gehouden. Toch realiseert ze zich
ook dat ze uiteindelijk baas is over haar eigen lichaam en dat ze zelf bepaalt
waarvoor ze leeft. Ze maakt hierin een ontwikkeling door. Het boek valt daarmee
onder de adolescentenromans.
Leerzaam
Het boek zet
lezers aan het denken over gezondheid en ziekte, machteloosheid en autonomie, over
zingeving en kwaliteit van leven. Het zal gezonde jongeren doen nadenken over
de ogenschijnlijke vanzelfsprekendheden in hun leven en hun relaties met
anderen. Het laat zien dat er meer achter mensen schuilt dan je denkt te weten.
Literatuur:
Van Coillie, J.
(2007). Leesbeesten en boekenfeesten. Hoe
werken (met) kinder- en jeugdboeken? Biblion, Leidschendam.
Green, J.
(2014). Een weeffout in onze sterren
(12e druk). Lemniscaat,
Rotterdam.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten