zondag 22 oktober 2017




Titel: Copycat
Schrijvers: Laura en Simon Burgers
Uitgever: Uitgeverij Ploegsma
Eerste druk: 2011


Het boek heeft een website waar je verklaringen en extra informatie kunt vinden over gebeurtenissen uit het boek en een spel kunt spelen,  http://www.copycatboek.nl/ 


Doelgroep boek
Ik vind dat het boek past bij de leesfase 12+, zoals door Van Coillie (2007) beschreven. Van Coillie zegt over deze leesfase dat avonturenverhalen met veel actie vooral bij jongens nog erg in trek zijn en dat de tiener de spanning ook zoekt in verhalen met mysterie. Boeken over problemen worden in deze leesfase al meer gewaardeerd dan door jongere kinderen. Deze punten zijn allemaal terug te vinden in dit boek. Het is een boek vol avontuur, spanning en mysterie. Het boek begint met een plattegrond waar het verhaal zich afspeelt. Soms wordt een uitleg in het verhaal ondersteund met een afbeelding, zoals op blz. 87 waar het complex van het Rijksinstituut voor Bescherming van Erfelijk Materiaal (RIBEM) wordt beschreven. Kortom een goed leesbaar boek, zeker voor jongeren vanaf een jaar of dertien.

Beoordeling boek
Ik zag het boek in de bibliotheek en de omslag van het boek sprak mij meteen aan. Het kwam mysterieus over. Het thema van het boek, klonen van mensen, is fictie, maar tegelijkertijd is het iets dat in de toekomst best zou kunnen gebeuren. De wetenschap is nu al zover dat er dieren gekloond kunnen worden. Het verhaal is zo geschreven dat je vanuit verschillende personages het verhaal leest. Het is geschreven vanuit een personale vertelinstantie.
Het is het vlot geschreven, het verhaal is snel en afwisselend. De schrijvers zijn er in geslaagd om de spanning de hele tijd vast te houden en de personages mooi uit te werken. Het is jammer dat je niet weet hoe het verder gaat met de jongeren in het boek.

Beoordeling verwerkingsopdracht 16: Flaptekst.
Bruikbaarheid in het onderwijs.
Het schrijven van de flaptekst is een erg leuke en toegankelijke verwerkingsopdracht om in het onderwijs te gebruiken. Je kunt je naar hartenlust uitleven op het schrijven van de flaptekst waarin je het boek aanprijst. Het wordt wel lastiger als je het boek niet zo leuk vindt, maar dat kun je ondervangen door leerlingen een keus te laten maken uit meerdere verwerkingsopdrachten.
Anderzijds zie ik het verwoorden van wat je niet leuk vindt aan een boek als een kans. Als leerlingen kunnen uitleggen waarom ze een boek niet zo leuk vonden, wat ze hebben gemist in het verhaal, of waarom het verhaal of thema ze niet aansprak, zijn ze er wel achter gekomen wat voor een soort verhaal ze meer aanspreekt. Hier ligt een kans om de leerling een stap dichter te brengen bij het vinden van dat ene boek dat ze wel aan het lezen krijgt.
Het gebruiken van 200 tot 250 woorden is goed te doen. Het lijkt veel, maar jet komt al snel aan 200 woorden.

Bronnenlijst
-Burgers, L., & Burgers, S. (2011). Copycat. Amsterdam: Uitgeverij Ploegsma.
-Coillie, J. van. (2007). Leesbeesten en boekenfeesten; Hoe werken (met) kinder en
jeugdboeken? Leidschendam: Uitgeverij Biblion.
-Ploegsma Kinder- & Jeugdboeken
. (z.d.). Uitgelicht: Laura en Simon Burgers. Geraadpleegd
op 22 oktober 2017, van
https://www.ploegsma.nl/auteur/laura-simon-burgers/

Geen opmerkingen:

Een reactie posten