woensdag 27 september 2017


Recensie

Afbeeldingsresultaten voor jongen in gestreepte pyjamaJohn Boyne, 2006, De jongen in gestreepte pyjama, Amsterdam, Arena.

Een negenjarige jongen, woonachtig in Duitsland, verhuist met zijn gezin, omdat zijn vader voor zijn werk wordt herplaatst. Wat het werk van zijn vader precies inhoudt, weet de hoofdpersoon niet. Hij gaat op onderzoek uit.

Is het mogelijk dit zware onderwerp, deze mensonterende periode in de geschiedenis op een ‘goede’ manier over te brengen op kinderen of pubers? Wat is ‘goed’? Hoe beladen ook, iedereen, dus ook jongeren, moet geconfronteerd worden met dat wat er gebeurd is met een grote groep mensen eind jaren dertig en jaren veertig. Het verhaal vertellen vanuit het perspectief van een negenjarige jongen, lijkt al snel een goede keus. De lezers kunnen zich met de hoofdpersoon identificeren, al is het maar omdat zij niet al te lang geleden dezelfde leeftijd hebben gehad.

Waar de film de sfeer van het verhaal door middel van decor, muziek, belichting, kostuums en blikken van acteurs in één beeld haarfijn over kan brengen, moet de schrijver van het boek meer moeite doen om de juiste toon over te brengen. Belangrijk detail bij het starten van het lezen van het boek is de voorkennis van de lezer. Door de bekendheid van de film weet een deel van het lezerspubliek van te voren niet alleen de rode draad van het verhaal, maar ook de afloop er van. Misschien heeft de schrijver dit ook als bedoeling gehad: de lezer hoort meer te weten dan de hoofdpersoon in kwestie. Dat de jonge jongen niet op de hoogte is van de situatie waar hij in zit, zorgt ervoor dat hij niet alleen naïef overkomt, maar ook aandoenlijk. Dit in tegenstelling tot de schrijfstijl, die door zijn zakelijkheid juist op (jong)volwassenen lijkt toegespitst. Volgens sommigen is hier ook sprake van in de verfilming van het boek: de grauwe, grijze omgeving laat het ‘kinderlijke’ van de film verdwijnen.

Hoewel voor de lezer al in hoofdstuk één duidelijk wordt gemaakt dat het beroep van de vader van de hoofdpersoon te maken heeft met een functie in een concentratiekamp (op bladzijde negen wordt al gesproken over ‘mannen in prachtige uniformen’ en op bladzijde achttien wordt verwezen naar kampgevangenen die als dienstbodes in het huis van de hoofdpersoon ter werk worden gesteld), lijkt dit beroep tot de hoofdpersoon niet door te dringen. Dit niet-wetende karakter wordt neergezet in een nauwkeurig omschreven omgeving. De buurt wordt in details besproken, wat er voor zorgt dat je als lezer goed kunt inleven, maar niet meeleven. Het schokkende einde zorgt er daarentegen voor dat je je als lezer kunt voorstellen hoe het moet zijn om bij de ‘andere kant’ te horen – hoe het moet zijn onterecht en onverwachts familieleden kwijt te raken. Dit zorgt ervoor dat de schrijver wellicht zijn doel bereikt heeft: het overbrengen van een belangrijk en vaak onbegrijpelijk stuk geschiedenis van de mensheid.
Dit handzame boekje wordt, naar ik aanneem, vaker uit nieuwsgierigheid gelezen, dan uit oprechte interesse. De alom bekende verfilming bereikt zijn doel sneller dan het boek. Echter zorgt het verhaal voor een wellicht nieuwe blik op de toenmalige situatie: nietsvermoedende mensen werden onterecht vermoord. Op kinderen, en op alle andere lezers, kan dit een diepe indruk maken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten