donderdag 21 september 2017

Recensie: Altijd anders (2016) van Ingrid Kluvers - door Sonja

RECENSIE
Auteur: Ingrid Kluvers
Titel: Altijd anders
Jaar van uitgave: 2016 (gelezen als e-book)
Uitgever: Overamstel uitgevers
Plaats van uitgave: Amsterdam
Aantal pagina’s: 208


Korte samenvatting

Joop van Ravenzwaaij van bijna 16 woont met twee lesbische moeders, twee homoseksuele vaders, een oma, een hond en een heleboel geiten in een groot huis in een dorp. Het gezin is een "samengeraapt zooitje", waar "alles altijd anders is" (hoofdstuk 2). Haar biologische moeder is hoogleraar bouwkunde in Delft, haar "andere moeder" een kunstenares die op het punt staat door te breken in New York, en haar oma maakt geitenkaas. Joop heeft een druk leventje: ze zit in 4 gymnasium, zingt en speelt met vrienden in een band, doet aan sport en runt op zondag een succesvolle ontbijtservice. Altijd anders is het verhaal van haar eerste grote verliefdheid.


Waardeoordeel

Qua thematiek vind ik de roman interessant. In een aantal opzichten vind ik Altijd anders echter minder geslaagd. Dit oordeel is met name gebaseerd op realistische, emotivistische en structurele argumenten (Mooij 1979).

Altijd anders is het voor pubers herkenbare verhaal van een ontluikende verliefdheid van de verteller voor een meisje van haar eigen leeftijd. Het motto kondigt het thema van de zoektocht naar de geliefde reeds aan: "Ik ben onderweg / Ik kijk als een held / Reis naar een vreemde planeet / Met jouw naam" (Spinvis, Loop der dingen).

De ontluikende verliefdheid (die aan het einde wederzijds blijkt te zijn) wordt door Ingrid Kluvers mooi verwoord. De verliefdheid krijgt een soort echo in de vorm van muziek en songteksten die in sterke mate sfeerbepalend zijn. De band van Joop vertolkt namelijk werk van Spinvis, Jacqueline Govaert, Krezip, Ilse de Lange en John Lennon. Een belangrijke gebeurtenis in het verhaal is het moment waarop Joop tijdens een optreden in een liefdeslied “she” zingt in plaats van "he".

Wat volgens mij echter identificatie van de jonge lezer met Joop in de weg staat is het gebrek aan psychologische diepgang. Joop komt uit een welgestelde familie die een landgoed bewoont, heeft succesvolle ouders, is zelf in alles succesvol én wordt omringd door even succesvolle vrienden, waaronder het meisje waarop ze verliefd wordt (en dat in veel opzichten haar spiegelbeeld is). Zoveel perfectie is niet alleen niet-realistisch, maar ging mij als lezer ook vervelen en irriteren.

Joop komt dus voor de lezer niet echt tot leven, ondanks het feit dat ze de verteller is en we als lezer ‘toegang’ hebben tot haar gedachten en emoties. We komen echter bijzonder weinig te weten over de bijzondere mensen die haar omringen en die er nota bene de oorzaak van zijn dat alles in haar leven "altijd anders" (titel) is: haar twee lesbische moeders, haar twee homoseksuele vaders en haar bejaarde maar zeer actieve oma. Hoe het komt dat deze twee ouderparen met elkaar in één huis wonen, blijft in het boek onbesproken. Ook oma blijft een oppervlakkig personage. We vernemen weliswaar dat zij de moeder van Joop samen met een andere vrouw heeft opgevoed in tijden dat dat geenszins vanzelfsprekend was, maar waaruit de belangrijke rol van oma (rots in de branding) in het leven van Joop bestaat wordt voor de lezer niet echt duidelijk.

Psychologische diepgang wordt jammer genoeg ook niet aangebracht door de rol die de iets oudere halfzus Emma in het leven van Joop speelt. Over Emma vernemen we dat zij bijna haar hele leven in Frankrijk heeft doorgebracht en sinds kort met haar Nederlandse moeder in Amsterdam woont. Joop en Emma hebben elkaar pas twee jaar geleden voor het eerst ontmoet, nadat laatstgenoemde een zoektocht naar haar vader was gestart. Dezelfde Emma is degene die een speurtocht naar de onbekende Franse opa begint, Joop meeneemt naar Parijs en erin slaagt haar vader weer in contact te brengen met diens biologische vader die hij heel lang niet gezien of gesproken heeft. De lezer blijft zitten met een vaag vermoeden dat er een verleden vol conflicten is. Vrijwel alle vragen over dit verleden blijven onbeantwoord, waaronder de vraag hoe het komt dat dochter Emma een zoektocht naar haar vader heeft moeten starten om überhaupt contact met hem te krijgen.  

Het feit dat het in de roman ontbreekt aan psychologische diepgang en aan aandacht voor het verleden onder het heden, zorgt ervoor dat de thema’s homo- en biseksualiteit niet echt uit de verf komen. Het mensbeeld en de waardepatronen die je als lezer uit deze roman zou kunnen destilleren, blijven daardoor als het ware in een vacuüm hangen.

Het aantal 'flat characters' en het aantal 'losse eindjes' kunnen ook gezien worden als een structuurprobleem: er worden te veel personages genoemd, te veel zaken in het voorbijgaan aangestipt, kortom er wordt teveel ‘gezaaid’ waar vervolgens niet meer op teruggekomen wordt.

Een tweede structuurprobleem is gelegen in de opbouw van de roman. Altijd anders bestaat uit 25 hoofdstukken, voorafgegaan door een proloog, waarin Joop vertelt hoe ze bij thuiskomst haar oma onderaan de keldertrap aantreft. Op dat moment realiseert ze zich: "Vanaf nu wordt alles anders, voor altijd anders." (proloog). De eerste 19 hoofdstukken vormen één lange flashback waarin Joop ons vertelt wat er de afgelopen drie maanden in haar leven is gebeurd. Vanaf hoofdstuk 20, dat grotendeels identiek is aan genoemde proloog, gebeurt er evenwel niet veel meer. Onduidelijk blijft derhalve in hoeverre “alles” “voor altijd anders” is geworden (proloog en titel). Na hoofdstuk 20 is de vaart uit het verhaal en kom je er als lezer achter dat de 'losse eindjes' (met betrekking tot de familiegeschiedenis) die je in de hoofdstukken 1 tot en met 19 bent tegengekomen, niet meer aan elkaar geknoopt worden.


Doelgroep

Het thema verliefdheid en de beperkte psychologische profilering van de hoofdpersoon maakt het boek in principe geschikt voor een leespubliek tussen de 12 en 15 jaar. Het feit dat alle volwassenen in dit boek 'flat characters' zijn, zou verklaard kunnen worden door het feit dat een puber nu eenmaal primair op zichzelf is gericht, alsmede door het gegeven dat leeftijdgenoten (‘peers’) in deze leeftijdsfase een dominante invloed hebben (Van Coillie 2007). De vrienden van Joop komen echter ook niet echt tot leven. Als lezer bekijken we deze jonge mensen natuurlijk door de ogen van de bijna 16-jarige Joop (die vooral met zichzelf bezig is). Toch valt op hoe 'perfect' het leventje van deze scholieren is. Net als Joop zijn ze succesvol op alle terreinen, hebben ze nauwelijks een verleden en zeker geen noemenswaardige problemen.

De hoofdpersoon en haar vriendenclub deed mij als oudere lezer denken aan vriendenclubjes uit de Billy Bradley-serie uit de jaren '70, waarin de zelfverzekerde clichématige hoofdfiguur continu de show steelt als 'super girl'. Leuk als amusement voor pubers, maar minder interessant voor meiden voor wie homo- of biseksualiteit – in veel opzichten tot op heden een maatschappelijk taboe - een belangrijk thema in hun leven is.  

Het lijkt mij dat lezers tussen de 12 en de 15 Joop en haar vrienden net iets te weinig genuanceerd, te weinig levensecht vinden en zich niet gemakkelijk met Joop kunnen identificeren. Op basis van de stelling dat jeugdliteratuur “geen vrijblijvende literatuur” is (Joosen & Vloeberghs, 2012, p. 13) vind ik het persoonlijk jammer dat in de roman het ‘anders zijn’ dat in de titel zit verpakt, niet beter uitgewerkt wordt. Hierdoor blijven de ‘emotieve functie’ en ook de ‘zingevende functie’ (Van Coillie 2007) van de roman onderontwikkeld. Een gemiste kans, gezien het feit dat voor vele jongeren de verliefdheid voor iemand van het eigen geslacht nog te veel een zoektocht zonder wegwijzers is.

Sonja


Gebruikte secundaire literatuur:

Coillie, J. van (2007), Hoe werken (met) kinder- en jeugdboeken? Leuven/Leidschendam, Davidsfonds uitgeverij / Nbd Biblion.

Joosen, V. & Vloeberghs (2012), Uitgelezen jeugdliteratuur. Ontmoetingen tussen traditie en vernieuwing. Leuven/Leidschendam, Uit. Lannoocampus/Nbd Biblion Uitgeverij.

Mooij, J. (1979), ‘De motivering van literaire waardeoordelen’, in: J. Mooij, Tekst en lezer. Opstellen over algemene problemen van de literatuurstudie. Amsterdam, Athenaeum-Polak & Van Gennep, p. 253-278.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten